De Kijkduinse Ontwikkelingsmaatschappij (KOM), eigenaar van winkelcentrum Nieuw Kijkduin, daagt de gemeente Den Haag voor de rechter "vanwege buitensporige vertraging in de oplevering van de onontbeerlijke ondergrondse toegang en de bijbehorende openbare ruimte", schrijft het bedrijf in een verklaring.
De rechtbank in Den Haag zal zich op 12 februari buigen over de vraag of de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door de openbare infrastructuur veel te laat op te leveren en of de eigenaar recht heeft op schadevergoeding. De hoogte van de schadevergoeding wordt later bepaald, maar bedraagt volgens de ontwikkelingsmaatschappij enkele tientallen miljoenen euro’s.
De rechtszaak komt op het moment dat het winkelcentrum eindelijk problemen rondom bereikbaarheid achter zich heeft gelaten en de consument Nieuw Kijkduin steeds beter weet te vinden. Bezoekersaantallen lopen op, ondernemers zijn positief gestemd over de toekomst. De meeste nog leegstaande winkels zijn verhuurd en zullen de komende maanden openen.
Desondanks heeft de eigenaar van het winkelcentrum de gemeente Den Haag toch gedagvaard wegens "wanprestatie, onrechtmatig handelen en schending van contractuele verplichtingen". "De gemeente had zich verplicht om gelijktijdig met de eerste fase van de nieuwbouw van KOM – november 2019 - een representatieve hoofdentree en openbare ruimte op te leveren. Dat was een cruciale voorwaarde voor het succes van het winkelcentrum, omdat deze ondergrondse toegang gelegen is ter plaatse van de hoofdentree naar strand, boulevard en centrum; de levensader van Nieuw Kijkduin."
Desastreuze gevolgen
"De infrastructuur die de bereikbaarheid van Nieuw Kijkduin moest garanderen, had al vijf jaar geleden voltooid moeten zijn. Ondernemers en bewoners moesten in die periode leven en werken in een ontoegankelijk gebied, omringd door bouwputten en half afgemaakte wegen. Dit had desastreuze gevolgen voor de eigenaar en zijn ondernemers: bezoekersaantallen kelderden en omzetten daalden dramatisch, met enkele faillissementen tot gevolg. De vertraging van vijf jaar is volledig toe te schrijven falen van de gemeente. Er was sprake van mismanagement, het komen en gaan van projectmanagers, budgettaire problemen, het ontbreken van bestuurlijke betrokkenheid, slechte afspraken met de eigenaar van het Atlantic Hotel, en onzorgvuldige voorbereiding en indiening van de benodigde vergunningen."